Elektrische auto’s worden steeds vaker gebruikt in Europa. Maar als zo’n auto in brand vliegt, is het blussen lastig. De brand zit diep in de batterij, waardoor blussen met alleen een slang niet genoeg is. Brandweerlieden blijven soms urenlang water spuiten. En zelfs als het vuur uit lijkt, kan het opnieuw oplaaien.
Dit probleem komt niet door een fout in één type auto. Van Tesla tot Renault: als een batterij oververhit raakt, verandert het in een chemische reactie. Het is dan geen gewone autobrand meer.
Batterijen branden anders dan benzine
Een benzinebrand is fel, maar meestal snel te blussen. Met schuim of water is het vaak binnen enkele minuten onder controle. Maar een batterijbrand werkt anders. Die kan urenlang doorgaan, zelfs na het afkoelen opnieuw beginnen, en vergt duizenden liters water.
Als één batterijcel oververhit raakt, verspreidt de hitte zich naar andere cellen. Zo ontstaat een kettingreactie die zich langzaam door het hele batterijpakket verspreidt, ook als de auto er aan de buitenkant onbeschadigd uitziet.
In 2023 meldde de Nederlandse brandweer dat er soms meer dan 10.000 liter water nodig is om een EV brand onder controle te krijgen. Soms wordt de hele auto onder water gezet om herontsteking te voorkomen. Ook worden afgebrande EV’s tot 48 uur apart gehouden in een speciale veiligheidszone.
Nieuwe regels en aanpassingen in steden
Omdat elektrische auto's steeds populairder worden, passen overheden in Europa hun brandveiligheidsregels aan. Laadpalen moeten meer ruimte hebben, zodat de brandweer er goed bij kan. Ook eisen sommige verzekeraars een technische controle na een ongeluk, voordat de auto weer naar de eigenaar mag.
Deze voorzichtige aanpak lijkt op hoe mensen in andere sectoren risico proberen te beperken. Denk bijvoorbeeld aan spelers in online casino’s, die starten bij een platform met een 1 euro deposit casino. Zo beperken ze niet alleen hun financiële risico door de lage minimale storting, maar worden ze ook beschermd door tools die problematisch gokgedrag helpen voorkomen. Spelers kunnen bijvoorbeeld tijdslimieten instellen of zichzelf (tijdelijk) uitsluiten, zodat ze niet al hun geld verliezen.
Ook steden en hulpdiensten nemen nu kleine, gerichte stappen om grote problemen te voorkomen.
Gewone bluswagens zijn niet genoeg
Een normale brandweerwagen heeft ongeveer 2.000 liter water aan boord. Dat is lang niet genoeg als één batterijbrand al snel vijf keer zoveel nodig heeft. Het vuur zit bovendien diep in de batterij, die goed afgesloten is en dus moeilijk bereikbaar.
Sommige brandweerkorpsen gebruiken nu speciale spuitkoppen die water direct in de batterij injecteren. Andere dompelen de hele auto onder in een container met water. Toch moeten zij de auto daarna nog dagen blijven controleren op nieuwe brandhaarden. Een brand in een batterij dooft niet zomaar. Door de chemische samenstelling blijft het onvoorspelbaar. Zelfs het opslaan van een afgebrande elektrische auto is een risico. Een auto gaat in vlammen op als er iets opnieuw ontbrandt in het accupakket, bijvoorbeeld door een interne kortsluiting of thermische reactie. Veel takelbedrijven zetten ze daarom apart en controleren met warmtecamera’s of het veilig blijft.
Brandweer heeft nieuwe middelen en training nodig
Elektrische autobranden vragen om andere uitrusting en voorbereiding. Gewone slangen en schuim zijn vaak niet genoeg. Daarom investeren brandweerkorpsen in warmtecamera’s, speciale blussets voor batterijen en meer watervoorraden. Er komen ook nieuwe veiligheidsprotocollen. Sommige auto’s hebben QR codes die hulpverleners informatie geven over de batterij indeling en veilige plekken om te snijden. Zo kunnen zij sneller en veiliger werken zonder risico op stroomschokken. Vrijwillige brandweerlieden en posten op het platteland hebben vaak niet de middelen of training voor deze situaties. Het verschil in voorbereiding bepaalt soms of een kleine brand uitgroeit tot een grote ramp.
Conclusie: elektrische brand vraagt andere aanpak
Elektrische auto’s vliegen niet vaker in brand dan benzineauto’s, maar het blussen is veel ingewikkelder. De bouw van de batterij, de chemische reacties en de gesloten behuizing maken het moeilijk om het vuur onder controle te krijgen. Het is daarom belangrijk dat niet alleen monteurs, maar ook bestuurders, hulpverleners en parkeergarages begrijpen hoe deze branden ontstaan en wat erbij komt kijken.